Welkom in de ‘snoepwinkel’ van de teken- en schildermaterialen. Ik wilde hier een overzicht maken van alle materialen die er zijn, maar dat is niet te doen. Het zijn er zo ongelooflijk veel en over elk materiaal kan ik wel een heel artikel schrijven. Wie weet doe ik dat in de loop der tijd wel. Voor nu beperk ik me tot de materialen die ik zelf het allerliefst gebruik.
Je hebt maar weinig nodig om te beginnen
Het is natuurlijk heerlijk om dozen vol potloden, bakken vol krijtjes en tientallen kleuren verf te hebben, maar het hoeft niet. Met een simpel potlood, een pen en misschien wat aquarelverf heb je al een goed begin. Ga je kleurtjes aanschaffen? Dan hoef je echt niet meteen alle 120 kleuren te kopen. Begin minimaal met rood, geel en blauw, daarmee kun je in principe alle kleuren mengen. Of kies een basissetje of blikje. Je kunt ook losse potloden, pennen of (mini) tubes verf kopen en eerst eens wat materialen uitproberen.
Begin met een paar materialen die je aanspreken en kijk wat bij jou past. Mix gerust alles door elkaar. En bovenal: experimenteer en heb plezier!
Tip: Meestal koop je je schetsboek en materialen tegelijk, dus lees ook: een schetsboek kiezen.
Potlood
Potlood saai? Echt niet! Deze makkelijk mee te nemen en goedkope ‘oervader’ van de creatieve materialen is mooi in alle eenvoud. Ik hou zelf erg van de zachte lijnen. Voor beginners is het een fijn materiaal, want je kunt foutjes uitgummen. Dat kan je net even over de drempel helpen. Potlood kun je op bijna alle soorten papier gebruiken, dus je hebt ook niet het duurste schetsboek nodig.
Potlood voor beginners
Op een potlood staan een letter en cijfer. H staat voor hard en B voor zacht. Hoe hoger het cijfer dat erbij staat, hoe harder of zachter het potlood. Een hard potlood, zoals 2H, geeft hele dunne, lichte lijnen. Het is geschikt voor technisch of gedetailleerd tekenen. Je kunt deze lijn ook makkelijk uitgummen (mits je niet te hard drukt). Een zacht potlood, bijvoorbeeld 4B, geeft veel meer grafiet af en geeft daardoor donkere, ‘vette’ lijnen. Hier kun je mooi expressief mee werken en donkere schaduwen maken.
Als je maar één potlood wil kopen, kies dan een HB of een 2B – dat zijn goede allrounders. Zelf gebruik ik het liefst een 2B potlood voor het schetsen. Meestal gebruik ik de 9000 serie van Faber Castell* of Bruijnzeel design. Als je een gum koopt; is een kneedgum een goede keuze. Die laat geen ‘rulletjes’ achter en beschadigt het papier niet.
Mijn favoriete kleurpotlood is trouwens Luminance* van Caran d’ache.

Fineliners
Met fineliners kun je strakke lijnen tekenen. Fineliners zijn makkelijk om mee te nemen als je onderweg gaat tekenen, want gum en puntenslijper zijn niet nodig. Tekeningen met fineliners hebben vaak wat meer pit dan potlood. Dat komt niet alleen omdat de lijn strakker en donkerder is dan van potlood, maar ook omdat je inkt niet kunt uitgummen. Het ‘moet’ dus in een keer ‘goed’ zijn, waardoor je de lijn met meer ‘zwier’ neerzet. Moet en goed staan tussen aanhalingstekens, want ik herhaal het nog maar eens: moeten en goed of fout bestaat bij creativiteit niet.
Fineliners voor beginners
Fineliners kun je kopen in verschillende puntdiktes, van 0.05 (heel dun), 0.1, 0.2, etc tot ongeveer 0.9 (dik). Als je met maar één pen wil beginnen, kun je een gemiddelde dikte van bijvoorbeeld 0.4 kiezen. Ik gebruik zelf graag de PN van Sakura Pigma Micron*. Deze heeft een spitste punt waarmee je iets meer variatie in lijndikte kunt maken; ik schat in van 0.2 tot 0.4. Ook de fineliners van Staedler* gebruik ik graag.

Vulpennen
Vulpennen gebruik ik sinds kort steeds vaker. Het heeft gewoon iets heerlijk klassieks, zo’n mooie penpunt waaruit de inkt zo soepel op het papier vloeit. Het leuke vind ik dat de meeste vulpeninkt niet watervast is. Omdat ik vaak met aquarelverf werk, kan ik daarmee spelen. Als ik wil dat de lijnen niet uitlopen, gebruik ik fineliners. Als ik de inkt juist wil laten meespelen in de verf, gebruik ik vulpennen. Mijn favoriet is de Lamy Joy*. Dit is eigenlijk een kalligrafeer pen, maar hierdoor kun je mooie variaties in lijndiktes maken.

Aquarelverf (waterverf)
Aquarelverf vind ik de makkelijkste verf voor onderweg. De verf zit vaak in napjes. Die maak je even nat en na afloop laat je de napjes weer opdrogen en kan het zo weer in je tas. Ik neem mijn aquarelverf altijd mee in een klein aquareldoosje of mijn kleine blikje. Het is een mooi materiaal om je tekeningen in te kleuren en je kunt er realistisch, maar ook expressief/abstract mee werken.
Aquarelverf voor beginners
Aquarelverf is transparant. Lichte kleuren op donker zie je niet, daarom werk je altijd van licht naar donker. Je hebt een speciaal aquarelpenseel nodig. Deze penselen zijn zacht en houden veel water vast. Er zijn zoveel merken dat het misschien lastig kiezen is. Mijn advies is; koop aquarelverf in een winkel voor kunstenaarsbenodigdheden, dan kan het eigenlijk niet mis gaan. Je kunt aquarelverf kopen bij de welbekende discounters. Daar is op zich niets mis mee, maar de kleurkracht is minder, de kleuren zijn minder levendig en je tekening kan vervagen in de zon. Maakt dat je allemaal niet uit, dan is dit prima verf om mee te beginnen.
Wil je net iets meer? Kies dan voor bijvoorbeeld Cotman van Winsor & Newton, Van Gogh van Talens* of (vind ik zelf een aanrader!) Aquarius van Roman Szmal Art. Die laatste lijkt duur, maar de nappen zijn twee keer zo groot. Je kunt een aquareldoosje met basiskleuren aanschaffen. Je kunt ook losse napjes en tubes van diverse merken kopen om eerst van alles uit te proberen.
Mijn favoriete aquarelverf en aquarelpotlood:
+ Aquarius
+ Daler rowney artist (vooral de kleur 640 Gamboge en 155 Cobalt turquoise)
+ Daniel Smith
+ Aquarelpotlood Museum aquarelle* van Caran d’ache
+ Aquarelpotlood Inktense van Derwent
+ Aquarelkrijt Neocolor II* van Caran d’ache

Acrylverf
Let op: acrylverf kan schadelijk zijn voor het milieu als je het in grote hoeveelheden door de gootsteen spoelt. Hier lees je hoe je zo verantwoord mogelijk werkt met acrylverf.
Acrylverf vind ik niet zo handig voor onderweg, omdat je penselen direct na gebruik met water moet schoonmaken. Gemorste en gedroogde verf kun je ook niet makkelijk verwijderen. Ik vind het wel een heel fijn materiaal voor art journaling, dus gebruik ik dit vooral thuis. Het fijne aan acrylverf is dat je het heel goed combineren met andere materialen, zoals pastelkrijt en oliepastel. In principe kun je acrylverf het beste gebruiken in een mixed media of aquarel schetsboek, maar ik heb ook goede resultaten met de 160 grams schetsboekjes van Seawhite.
Mijn favoriete merken zijn Ara, Lascaux en Amsterdam Expert.
Acrylverf voor beginners
Acrylverf is een dekkende verf, je kunt dus ook van donker naar licht werken. Voor acrylverf gebruik je speciale penselen die wat harder zijn dan aquarelpenselen. Nog nooit met acryl gewerkt? Begin bijvoorbeeld met het merk Amsterdam* of Galeria*. Dit zijn goede merken qua prijs/kwaliteit. Je hoeft niet meteen alle kleuren te kopen; begin bijvoorbeeld met wit, rood, blauw en geel of met een basisset met kleine tubes.

Overige materialen
De materialen hierboven zijn voor mij de basis. Aanvullend gebruik ik graag (Posca) acrylstiften, ecoline inkt en stiften, inktense potloden, oliepastels, pastelkrijt* , houtskool en collage. Ik gebruik graag alles door elkaar. Vaak begin ik met een laag aquarel of acrylverf, waarna ik verder werk met deze materialen.
Meer handige materiaal tips:
+ Beginnen in je schetsboek
+ Schilderen met bister
+ Maak je eigen aquarelverf