Majorie Kamps – rariteitenkabinet van gevonden dieren

Deel 10

In deze serie laat ik struinkunstenaars aan het woord; over zichzelf en over hun werk.

27 september 2024

Bij binnenkomst in de opkamer van Kunstlab in Doesburg staren twee kraaloogjes me fel aan. Een eigenwijs opgeheven snuit met grote tanden, bellen in plaats van pootjes, op de rug een gemaskerd figuur. Wat mij aanstaart, heb ik nog nooit gezien. Objecten gemaakt met opgezette dieren. Met toegevoegde onderdelen, vertellen ze ineens een ander verhaal. Geen trofee van een jager om mee te pronken, maar verlangen naar vrede, een twisted versie van Alice in Wonderland of een sneer naar niet-vegetariërs. Ik sprak met kunstenaar Majorie Kamps en vroeg naar haar werk en haar inspiratie.

Oude, rare en kapotte materialen

Kunstenaar Majorie is een echte verzamelaar. Ze werkt met wat er op haar pad komt. En zeg je Majorie, dan zeg je Werner. Samen met haar man, muzikant en instrumentenbouwer, exposeert ze regelmatig op muziekfestivals, instrumentenmarktjes en soms een fantasy fair. Ze werken op een vergelijkbare manier; van gevonden en gekregen – liefst oude, rare of kapotte – materialen maken ze iets nieuws. Zij kunstobjecten, hij instrumenten.

Ze wonen en werken in een voormalige, verbouwde bibliotheek in een kleine Zeeuws dorpje. Op de vraag ‘Hoe ziet jullie huis er dan uit?’ zegt Majorie met een weids armgebaar “Nou, gewoon, zoals deze expositieruimte. Er staat van alles en nog wat, zelfs een zelfgebouwde klavecimbel – een gek ding met een klep van gewapend glas”.

Haar huis moet een bijzondere aanblik zijn. De open ruimte, opgedeeld door kasten als wanden, wordt gedomineerd door een grote tafel, bedoeld om met z’n allen gezellig aan te zitten. In de tuin kwam een tuinhuis als atelier, maar dat kwam er niet van. “Het tuinhuis staat vol met spullen in de opslag dus we werken gewoon aan die grote tafel. Die moeten we dan af en toe maar even opruimen.”

Kunst met (g)een verhaal

Bij een van de skeletjes staat de tekst ‘Ik zit hier al te lang’. Majorie haalt graag kleine grapjes uit en zoekt naar het lichtelijk absurde. De tekst ‘It’s not easy to be wild’ is een hint naar Kermit de kikker met zijn ‘It’s not easy being green’. De engeltjes zijn ‘des duivels’, omdat ze te pas en te onpas gebruikt worden in commerciële rommel. De haas keek nogal chagrijnig, dus die werd het konijn van Alice in Wonderland. En de pauwenveren? “Die vind ik gewoon mooi”, zegt Majorie lachend.

De meeste materialen komen bij toeval op Majories pad. Een enkele keer gaat ze zelf op zoek. Toen Rusland Oekraïne binnenviel, wilde ze als tegenreactie iets maken; een duivenschedel met een olijftak uit haar tuin en de tekst ‘De vrede laat te lang op zich wachten’. Maar hoe kom je aan zo’n schedeltje? Majorie struinde advertenties in krantjes af en zette zelf een advertentie, net zo lang tot ze het duivenschedeltje vond.

Majories creatieve proces verloopt grillig. Veel gaat op gevoel en door te ‘rommelen’ zoals ze zelf zegt. “Het vogelskeletje in de stolp bijvoorbeeld, daar zit niet echt een idee achter. Het is niet zo dat het kwetsbaar is. Het beeld ontstond gewoon. Voor mijn gevoel moest er een stolp overheen, als een soort mariabeeld.”

Van klei naar huid

Haar manier van werken, ontstond eind jaren 80. “Ik heb altijd gewerkt met klei en ik vond de huid – het oppervlak, het glazuur – altijd het interessantst. Zo interessant dat ik dacht ‘Waarom zou ik geen schillen maken, gewoon alleen maar werken met die huid?’. Ik begon te experimenteren met heel dun leer, maar dat bleef niet in model staan. Dus meldde ik me aan voor een opleiding klein lederwaren om dat te leren. Na drie jaar kwam eindelijk de techniek aan bod die ik nodig had; plooien maken voor beugeltassen. Ik leerde hoe ik het leer nat moest maken en met een föhn geforceerd moest laten drogen om het de juiste stijfheid te geven.”

Nadat Majorie de juiste techniek onder de knie had, begon ze met barbiepoppen als mal. Met zeemleer, dat vrij makkelijk te verwerken is, voegde ze vormen toe aan de vrouwfiguren. “Dat was nog flink experimenteren, want het leer mag niet te nat zijn bij het verwijderen van de mal, maar ook niet te droog.” Zo ontstond een serie vrouwenfiguren met een buitenkant van leer.

Een derde leven voor dieren

Van huid naar bont was geen grote stap en toen Majorie en Werner op een dag ergens oude vioolkoffers konden ophalen, stuitte ze op een collectie opgezette dieren. “Die moeten ook weg, want ze zijn stuk en vies” zei de eigenaar. En zo begon ze te werken met opgezette dieren.

Geen dier is voor mij gestorven

Alle dieren die ze gebruikt, zijn krijgertjes en al erg oud. “Geen dier is voor mij doodgegaan! Het zijn beestjes met onvolkomenheden. Ze hebben bij opa en oma op de kast gestaan en zijn kapot geaaid, of ik krijg een vos die gevallen is en een oortje mist.” Met haar werk blaast Majorie ze nieuw leven in. “Laten we voorop stellen dat alle opgezette dieren het mooist waren toen ze nog niet dood waren. Ze zijn daarna met zorg opgezet en als pronkstuk op de kast gezet, ze kregen een tweede leven. Een opgezet dier dat stukgaat, is ineens waardeloos en wordt weggegooid. Dat vind ik zo raar! Ik geef ze dus een derde leven.”

Anonieme gezichten

Naast objecten, staat er in de expositieruimte een rij foto’s met knoopjes als gezicht. “Ik was eens op een markt waar oude fotoalbums lagen. Mijn moeder zei ‘Je zal daar toch maar liggen op de markt’. Het was na corona en ik moest denken aan al die mensen die applaudisseerden voor verplegend personeel. Weet je? Die helpers, die zijn er altijd en ze zijn zo hard nodig. Maar voor mij is het ook dubbel. Een dochter van een vriendin wilde heel graag verpleegster worden, maar ze werd telkens afgewezen. Zo frustrerend! Ik maakte de verpleegsters anoniem met knoopjes en een rood kruis, ook weer een verwijzing.

Je kunt altijd opnieuw beginnen

Veel mensen vinden wat ze maakt eng of vies. Soms zeggen mensen zelfs dat ze het zielig vinden. “Dan vraag ik steevast; Eet je vlees? Draag je leren schoenen?”, lachend: “meestal is dat genoeg.” Vanwege die vraag ontstond het werk ‘flexitariër’; half dier, half niet-dier. Alleen het hoofd is van een dier, de rest is gemaakt van natuurmaterialen, zoals kokosnoot en vlas.

Je vindt het leuk of je vindt het niks, ik ben niet van de zoetigheid

Op de vraag of Majorie nog een goede tip heeft voor wie zelf aan de slag wil met het combineren van materialen zegt ze “Gewoon proberen! Combineren en kijken of het wat wordt. Als het niks wordt, kan het altijd weer uit elkaar en dan begin je gewoon opnieuw.”

Stel je vraag en lees verder

Vind je Majories werk inspirerend? Wil je wat kwijt? Of heb je een vraag aan Majorie? Laat hieronder een reactie achter dan laat ik haar weten dat je hebt gereageerd. Wil je zelf aan de slag met natuurlijke, of zelfs dierlijke, materialen? Kijk dan eens bij deze artikelen:

+ Penselen maken van veer of vacht
+ Bekijk het werk van Ainslie Henderson
+ Lees het boek The organic artist

Reacties

  1. Ik vind dit erg plezant!

    1. Struinkunst Struinkunst Author says:

      Dankjewel, leuk om te horen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte: 1 MB Dit kun je uploaden: afbeelding. Bestand hier neerzetten

Like
Close
Close